
Preek op Pinksteren in de kerk Sint-Amandus op 27 mei 2023

Eerste lezing: Hand., 2, 1-11
Uit de Handelingen der Apostelen
Toen de dag van Pinksteren aanbrak waren allen bijeen op dezelfde plaats.
Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel.
Toen dat geluid ontstond liepen die te hoop en tot hun verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering:
„Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? „Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal?
„Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.”
Ingetogen
T+M: pater Andreas Krahnen
Ingetogen zing ik uw lofprijs, o Heer
tegen het lawaai.
Ingetogen zing ik uw lofprijs, o Heer
tegen het lawaai van onze tijd.
Gij bent mijn schuilplaats.
Gij bent mijn burcht.
Gij bent mijn rust, o Heer.
Uw lof vul mijn hart, o Heer.
Geef mij uw rust en vreugde.
Kom, Heil ’ge Geest
vervul mijn hart.
Je vindt het liedje aan het einde van de preek maar je kunt het ook hier direct horen: